|
|
Home » Archief 2007/2
Archief tweede helft 2007
Hier vindt u de logs van juli tot en met december 2007:
IndoInside.nl wenst u een gelukkig 2008!
|
31 december 2007
|
Terug naar boven
Nieuwe boekbeschrijvingen in de Boekenkast
|
20 december 2007
|
In de Boekenkast heb ik - dank
zij een weekje vakantie - een twintigtal boekbeschrijvingen
toegevoegd van werken die ik het afgelopen halfjaar heb
aangeschaft of gekregen (met dank aan Si
Niklas natuurlijk). Ingedeeld naar (hoofd)onderwerp, gaat het
om de volgende titels:
Uit de categorie Indische Nederlanders, de recent
verschenen publicatie Gelders
blauw : Indisch leven in de provincie, het laatste boek
(mèt CD) van Ernst Jansz: Molenbeekstraat
en het in 1993 gepubliceerde 'album' Ik
wilde eigenlijk niet gaan van Siem Boon, Eva van Geleuken
over de repatriëring.
Ook al wat ouder (eind jaren '90) is het tweetalige Riwayatku...
dulu, dan sekarang apa? van Jeanny Vreeswijk-Manusiwa, over
de Molukse ouderen in Nederland (ondergebracht in de categorie
Molukkers).
Ondergebracht bij Koloniale geschiedenis zijn Neffer
Kambek (2005), het tweede deel van de trilogie van Tjaal
Aeckerlin en Rick Schoonenberg, en De
Indische Instelling te Delft (1989) van wat tegenwoordig
Museum Nusantara heet.
|
De categorie Romans en novellen, tenslotte, heeft de
grootste uitbreiding gehad. Toegevoegd zijn: Tjon
(2007) van Theodor Holman; de set luisterboeken Het
Indische geluid (2007) met verhalen van Maria Dermoût,
Vincent Mahieu, Hella S. Haasse en Albert Alberts; de 'klassieker'
Geen gewoon Indisch meisje
(herdr. 2006) van Marion Bloem; de verhalen van Tina Daniels uit
de Moesson gebundeld in Korèk,
krètèk, kroket en Kora (2005); en Sinjo
Robbie (2005) door 'nestor' Rob Nieuwenhuys.
Er zijn natuurlijk veel meer beschrijvingen aanwezig, en er komen
ook steeds nieuwe bij. Bekijk daarom regelmatig de
Boekenkast.
|
Terug naar boven
Virtueel Indië
|
15 december 2007
|
Afgelopen acht maanden heeft striptekenaar en illustrator
Peter
van Dongen goeddeels onafgebroken gewerkt aan de tekeningen
(achtergronden, karakters) voor elf animatiefilmpjes, gesitueerd
in Soerabaja 1935, voor Stichting Pelita's
website Virtueel
Indië.
|
De kampong in Virtueel Indië | Tekening: Peter van Dongen
|
De zeer fraai vormgegeven website geeft een beeld van
Nederlands-Indië, ooit de grootste kolonie van het
Koninkrijk der Nederlanden. Een samenleving die nu nog in
herinnering is van velen die naar Nederland zijn gekomen.
Indische Nederlanders, bewoners van verschillende eilanden van de
archipel, Molukkers en Nederlanders die daar gewoond en gewerkt
hebben. Het zijn herinneringen die in de loop der jaren vervagen
of verkleuren. Al die verschillende persoonlijke herinneringen en
opvattingen maken de geschiedenis van Nederlands-Indië en
zijn vastgelegd op Virtueel
Indië. De verhalen zijn geschreven, op foto en in beeld,
in geluid en als animatie.
Als u rechtsboven op 'Plattegrond' klikt en dan op 'Locaties'
(bioscoop, haven, kampong, enz.), dan verschijnen vanzelf
getekende karaktertjes in de foto, waarachter de filmpjes schuil
gaan. De animaties zijn overigens ook gewoon, in volle lengte, op
een DVD verkrijgbaar bij dezelfde Stichting
Pelita.
|
Terug naar boven
Bijzondere documentaire 'Indo Nu' verschijnt in 2008
|
10 december 2007
|
Begin 2008 komt de dubbel-DVD Indo
Nu uit, gemaakt door Carol Burgemeestre en Peter Bouman. Het
is een documentaire over Indische identiteit en het belang van de
doorgifte hiervan.
De eerste schijf bevat een 50 minuten durende documentaire over
Indische wortels, identiteit en toekomst; op de tweede schijf
staat een uniek interview met verzetsman Bert Simon.
De documentaire toont hoe verschillende indische generaties
(juist) op dit moment bezig zijn met hun achtergrond, identiteit
en kracht. Burgemeestre en Bouman laat een diverse groep aan het
woord komen: "interviewende schoolkinderen, bekende Indische
Nederlanders, een jongen die de ratrace verlaat om een
toko te beginnen, een directeur van een verzorgingshuis,
galeriehouder, een wetenschapper, journalisten tot senioren die
in een praatgroep zitten en plakboeken maken voor hun kinderen en
achterkleinkinderen".
|
De documentairemakers waren gefascineerd door de klaarblijkelijke
revival van Indische cultuur en identiteit: "Waarom is men
juist nu zo bezig? Speelt de komst van andere migrantengroepen
hierbij een rol of zijn er andere factoren? Waarom profileren
Indo-jongeren zich als Asians? Welke vragen kan en moet
men binnen familieverband stellen om aan de juiste bagage te
komen?". Interessante vragen, vind ik zelf ook.
Het interview
met wijlen Bert Simon is afgenomen door Peter Bouman en
Melanie Tangkau. Verzetsman Simon praat over zijn vooroorlogse
tijd als Ambonese jongen, "net als zijn familie door de
eeuwen trouw".
|
Bert Simon Foto: Robert van Alphen
|
Meer informatie over de DVD is te vinden op website
Indo Movie
van Stichting Cerita Fakta te Amsterdam.
|
Terug naar boven
Si Niklas
|
4 december 2007
|
Het is weer Sinterklaastijd. Op de themabijeenkomst
Decemberfeesten in
Nederlands-Indië sprak dagvoorzitter Adrienne Zuiderweg
in prachtig petjoh
het vers "Si Niklas" uit, in het metrum van "Zie
ginds komt de stoomboot":
|
|
Daar gins kom die kapal uit Spanje, hij al.
Si Niklas betoel wil hij stap aan die wal?
Wah seg, ister koeda, sado ister niet,
Si Niklas sendiri alleen met si Piet.
Sij knek, wah so swart die, hij roep ons, adoe!
'Jang manis krijg manis, jang nakal die roe!'
Maar ik was toch so lief, vraag maar aan Mama,
Noot-noot dari peper, alleen voor saja!
|
Sinterklaas bezoekt een gewonde soldaat
in het militair hospitaal (Jakarta, 1947)
Foto: Charles Breuer; Collectie Nederlands Foto Museum
O.a. gepubliceerd in: Faber P. Sinterklaas
overzee (2006)
|
Uit: de Graaf HJ. Waarom ging
Sint-Nicolaas zo
laat in Indië rijden? In: Wonderlijke verhalen
uit de Indische historie / H.J. de Graaf. - 's Gravenhage :
Moesson, 1981. - p. 147.
|
Via Frans Sulilatu kwam ook nog een Sinterklaasliedje binnen in
het Indonesisch (oude spelling): "Sinterklaas jang
amal". De melodie is uiteraard die van "Sinterklaas
kapoentje":
Sinterklaas jang amal / Saja tidak nakal / Saja tidak malas /
Sint Niklas tidak marah
Slamat, slamat djalan / Naiki di Kemajoran / Kapan datang lagi /
Bejak terima kasih
Nou, Si Niklas, ik ben óók tidak nakal en
saya manis betul :) ... en heb weer een aantal leuke
boeken op mijn verlanglijstje
staan.
Berkat: Adrienne
Zuiderweg en Frans Sulilatu voor de gedichten; Paul Faber
voor de foto.
|
Terug naar boven
Djawa Tempo Doeloe
|
30 november 2007
|
Ik had hem al eerder dit
jaar terloops genoemd bij een stukje over
Mahandis
Yoanata (Jakarta, 1977), maar Priambodo Prayitno (Surabaya,
1970) verdient toch meer aandacht.
Op zijn website Djawa
Tempo Doeloe, heeft Prayitno zijn collectie antieke foto's en
briefkaarten van Java weergegeven. Op deze fraaie website staan
afbeeldingen uit o.a. Jakarta (Batavia), Surabaya (Soerabaja),
Bandung (Bandoeng), Bogor (Buitenzorg), Yogyakarta (Djokdja),
Semarang, Cirebon (Tjirebon) en Malang.
|
Heerenstraat (nu: Jalan LetJen Suprabto), Semarang, anno 1910
|
Terug naar boven
Indisch Historisch gestart
|
30 november 2007
|
Op 24 november 2007 was de officiële start van de website
Indisch
Historisch. Jan Kees Wiebenga, voorzitter van
Stichting Het
Gebaar, maakte het eerste officiële bezoek aan de site,
onder toezien van hoofdredacteur en geschiedkundige Humphrey de
la Croix, SARI-voorzitter Peter van Riel en het voltallige
bestuur van Het Gebaar.
|
|
IndischHistorisch.nl was één van de projecten die
gepresenteerd werden op het 60-jarige
jubileumfeest van Stichting Pelita.
IndischHistorisch.nl is een geschiedenissite voor en door
Indische Nederlanders en iedereen die zijn steentje aan de
geschiedschrijving van Indische Nederlanders wil bijdragen. Deze
site is bedacht door leden van de Stichting
Arisan Indonesia (SARI) en met behulp van een bijdrage van
Stichting Het Gebaar totstandgekomen.
|
De redactie bestaat uit Humphrey de la Croix (historicus), Inge
Dümpel (radiomaker, schrijver en journaliste) en Pieke
Hooghoff (journaliste). Zij schreven onder andere ook het boek
Gelders blauw : Indisch
leven in de provincie (2007).
|
Terug naar boven
Grote atlas van de VOC, deel twee : over de VOC-tijd op Java en Madura
|
27 november 2007
|
Het eerste, inleidende en inmiddels uitverkochte deel kwam in
november 2006 uit als facsimile-uitgave van de zogenoemde
Atlas
Amsterdam of Atlas De Graaf.
Aanstaande vrijdag 30 november wordt in het Nationaal Archief het
tweede deel (dat tevens het eerste regionale deel is)
gepresenteerd, getiteld 'Java en Madoera/Java and Madura'. Dit
deel is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met het
Arsip Nasional
Republik Indonesia (ANRI) en de Perpustakaan
Nasional Republik Indonesia (PNRI, de Nationale Bibliotheek
van Indonesië).
De zeer bijzondere atlas bevat zo'n 600 volledig en
wetenschappelijk geannoteerde "hoogwaardige
facsimilereproducties van authentieke en merendeels nooit
eerder gepubliceerde kaarten, plattegronden, topografische
tekeningen en schilderijen uit de periode 1590-1820, de VOC-tijd
en de direct aansluitende jaren op Java en Madoera", aldus
Informatie
Professional.
|
Foto: ©Asia Maior/Atlas Maior Klik voor een groter beeld
|
De samenwerking met de twee voornaamste Indonesische
archiefinstellingen op dit terrein, ANRI en PNRI, maakt de
historisch-cartografische en -topografische documentatie van het
vroege Nederlandse koloniale verleden op de centrale eilanden in
de Indische Archipel des te bijzonderder.
'Java en Madoera' is een eemalige uitgave, welke tot en met 31
december 2007 te koop is voor de introductieprijs van
€ 295. Daarna gaat de atlas - zolang de voorraad strekt
- € 350 kosten.
BRON
- Nieuwe
atlas brengt VOC-tijd op Java in kaart : een
Nederlands-Indonesische samenwerking brengt de VOC-tijd
op Java en Madura in kaart [Web document] Informatie
Professional 2007 (27 november)
ZIE OOK
- De themapagina
op de website van uitgeverij Asia Maior/Atlas Maior.
- de Bruin W. Toen
we Madoera en Java nog hadden [Web document]
Volkskrant 2007 (14 december)
LITERATUUR
- Grote atlas van de Verenigde Oost-Indische Compagnie =
Comprehensive atlas of the Dutch United East
India Company; Deel/Volume II: Java en Madoera/Java and Madura
/ G.J. Knaap ... [et al.]. - Voorburg [etc.] :
Asia Maior/Atlas Maior [etc.], 2007. - ill. ; 58 cm
Uitg. in samenw. met Nationaal Archief, Koninklijk
Nederlands Aardrijkskundig Genootschap
en Explokart/Universiteit Utrecht.
ISBN 978-90-74861-27-4 (€ 350)
|
Terug naar boven
Stichting Pelita 60 jaar
|
25 november 2007
|
© Bas de Meijer
|
Gisteren, zaterdag 24 november, vierde Stichting
Pelita haar 60-jarige bestaan met een grote
jubileummanifestatie in de Jaarbeurs in Utrecht.
Naar verluid waren er tussen de 4.000 en 6.000 mensen op afgekomen.
Mijn broer Bas, beter bekend als Rood
Petje, heeft een mooie diashow met geluid gemaakt.
Klik op de linkerfoto om de presentatie te starten. Complimenten
voor zijn fotografie kunt u hier
kwijt.
|
Terug naar boven
Maleistalige kranten van het NIOD verfilmd en gedigitaliseerd
|
24 november 2007
|
In samenwerking met de Koninklijke
Bibliotheek (KB), het KITLV
en het Koninklijk
Instituut voor de Tropen (KIT) werden in 2004-2006 de
Maleistalige kranten van het Nederlands
Insitituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), aangevuld met de
ontbrekende nummers uit de collecties van genoemde instellingen,
verfilmd en gedigitaliseerd.
Deze kranten zijn nu opgenomen in een online
catalogus, te raadplegen via het NIOD.
De succesvolle ontwikkeling van onderzoek naar de eigentijdse
Indonesische geschiedenis leunt zwaar op de toegankelijkheid van
bronmaterialen die de veranderingen in het sociale milieu en de
lokale gemeenschappen onder Nederlands en Japans bestuur
beschrijven.
|
Eén van deze bronnen zijn de Indonesische kranten die
tijdens het Nederlandse en Japanse beleid in Indonesië
werden uitgegeven.
Het NIOD beschikt over een unieke verzameling van Indonesische
kranten die tijdens het Japanse militaire bewind in Indonesië
werden uitgegeven, zoals de Asia Raya, de Matahari
Ambon en de Soeara Asia.
Ook andere instituten in Nederland, zoals het KITLV in Leiden,
het KIT in Amsterdam, de KB in Den Haag en het Internationaal
Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) beheren belangrijke
collecties met lokale en regionale Indonesische kranten die
tijdens de periode 1930-1950 werden uitgegeven. Deze
krantencollectie, hoewel incompleet, vormt een zeer belangrijke
bron voor onderzoekers die geïnteresseerd zijn in de moderne
Aziatische geschiedenis. De doelstelling van dit project is alle
Indonesische kranten uit de periode 1940-1946 te microfilmen en
te digitaliseren; eerst de kranten uit de NIOD-collectie, daarna
die van andere Nederlandse instituten met gelijkaardige
collecties met Indonesische kranten. De artikelen worden dan
online toegankelijk gemaakt voor onderzoekers en studenten die
gespecialiseerd zijn in Aziatische geschiedenis.
|
Familieberichten Uit: Pewarta Perniagaan, 12 augustus 1942
|
Om onderzoekers te helpen hun gewenste informatie gemakkelijk te
vinden, wordt de databank zowel doorzoekbaar gemaakt door full
text retrieval als met behulp van trefwoorden die aan elk
artikel worden toegekend.
Het NIOD heeft overigens nóg een interessante
deelcollectie: de Indische tekeningen. Van deze collectie komt
binnenkort ook een online catalogus beschikbaar.
ZIE OOK
- Nieuwsbrief
Erfgoed van de Oorlog [PDF document] 2007; 1(4): 5.
|
Terug naar boven
Prinses Laurentien ontvangt Molukse bloemlezing "Wonder en Geweld"
|
19 november 2007
|
Originele schets van Pattimura, alias Thomas Matulesia, 1783-1817 (Foto: Gelders Archief)
|
De overhandiging vindt plaats op de 20ste Molukse Onderwijsdag
van de Stichting
Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers (LSEM), een instelling
op het gebied van onderwijs, educatie en opvoeding voor
Molukkers.
De Molukse Onderwijsdag staat dit jaar in het teken van
geletterdheid.
In de Molukse gemeenschap is een verschuiving zichtbaar van een
orale naar een geletterde cultuur. Het onderwijs heeft hierin een
belangrijke begeleidende en stimulerende rol. Het stimuleren van
geletterdheid bij Molukkers is dan ook een van de speerpunten van
het LSEM.
De Onderwijsdag is bedoeld voor leerkrachten in het basis- en
voortgezet onderwijs, medewerkers van bibliotheken en iedereen
die geïnteresseerd is in lezen.
's Ochtends neemt Prinses Laurentien Wonder
en geweld : de Molukken in de verbeelding van vertellers en
schrijvers in ontvangst.
|
Dit is een bloemlezing van vertellingen, gedichten en literaire
verhalen over de Molukken en hun bewoners. Het middagprogramma
heeft het karakter van een festival waar scholen en andere
cultuurdragers kunnen kennismaken met allerlei activiteiten op
het gebied van lees- en schrijfbevordering, uitgeverij, radio en
internet.
BRON
- Prinses
Laurentien neemt 21 november 2007 Molukse bloemlezing
"Wonder en Geweld" in ontvangst [Web
document] Persbericht Koninklijk Huis 2007 (16
november)
|
Terug naar boven
Persconferentie met 'troostmeisjes'
|
31 oktober 2007 Update: 3 november 2007
|
Op vrijdagochtend 2 november 2007, vanaf 10:30 uur, organiseren
Amnesty
International en de Stichting
Japanse Ereschulden in Nieuwspoort in Den Haag een
persconferentie met de voormalige troostmeisjes Won-Ok Gil
(Zuid-Korea, 80 jaar), Menen Medina-Castillo (Filippijnen, 78
jaar) en Ellen van der Ploeg (Nederland, 84 jaar).
De drie vrouwen maken een tour door Europa en doen naast Den Haag
ook Brussel, Berlijn en Londen aan. De vrouwen vertellen hun
verschrikkelijke verhaal en willen dat regeringen en parlementen
in Europa de volgende eisen overnemen:
|
- een volledige en publieke spijtbetuiging van de Japanse
regering en het Japanse Parlement voor de gedwongen militaire
prostitutie voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog;
- een volledige schadeloosstelling door Japan;
- een accurate weergave in de Japanse geschiedenisboekjes
over de Japanse agressie en misdaden.
Na de persconferentie zullen de vrouwen deelnemen aan een
manifestatie op het Plein te Den Haag. Daar zal om 12:00 uur een
petitie met bovengenoemde eisen overhandigd worden aan VVD Tweede
Kamerlid Hans
van Baalen.
|
'Troostmeisjes' Gil, Medina-Castillo en Van der Ploeg bij het aanbieden van de petitie aan Van Baalen Foto: Bas de Meijer Klik voor een groter beeld
|
De Tweede Kamer wordt gevraagd bij de begrotingsbehandeling
Buitenlandse Zaken een motie aan te nemen met de eisen van de
troostmeisjes.
|
Ernst Jansz (Foto: Bas de Meijer) Klik voor een groter beeld
|
Ernst Jansz
heeft een lied geschreven over dit onderwerp en brengt dit ten
gehore bij het aanbieden van de petitie.
Achtergrond
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn ongeveer 200.000 meisjes en
vrouwen uit onder andere Zuid-Korea, Taiwan, China, Birma en de
Filippijnen systematisch geronseld, bruut verkracht en misbruikt
als sexslavinnen door de Japanse Keizerlijke strijdkrachten.
Daarnaast werden ongeveer 300 Nederlandse vrouwen uit de kampen
in Nederlands-Indië gehaald en eveneens gedwongen zich te
prostitueren in militaire bordelen.
Tot op de dag van vandaag onkent Japan elke vorm van
verantwoordelijkheid voor deze grootschalige,
geïnstitutionaliseerde vorm van sexslavernij.
De gedwongen prostitutie in de zogenaamde comfort stations is
ongekend wreed geweest en heeft geleid tot gedwongen abortussen,
vernederingen en verminkingen. Veel van de meisjes en vrouwen
zijn overleden door ziekte, honger en uitputting.
|
Terug naar boven
50 jaar I.N.D.O.
|
8 oktober 2007
|
Vandaag is het exact 50 jaar geleden dat mijn vader (Kediri Jawa,
1935) voet zette op Nederlandse bodem. Op 8 oktober 1957 kwam hij
aan in Rotterdam met de Sibajak.
De Sibajak vertrok op 29 augustus 1957 van Melbourne en op 10
september 1957 van Surabaya, waar mijn vader aan boord ging als
eerste van de familie De Meijer.
|
Mijn vader ging in 1957 dus 'in zijn uppie' naar Nederland.
Soekarno begon in die tijd moeilijk te doen tegen de
'buitenlanders' [1]. Een vriend en raadsman
van mijn opa, pastoor van Megen, adviseerde mijn vader naar de
(toen nog echt katholieke) 'Fakultas
Kedokteran' van Nijmegen te laten gaan.
Inlichtingen over de studie kon mijn vader krijgen bij een
huidarts in Surabaya, die ook in Nijmegen had gestudeerd. Niet
veel wijzer en met 0,0 idee van wat hij hier kon verwachten is
mijn vader op de boot gestapt. Meegenomen werden o.a. katoenen
lange broeken (die hij in Nederland nooit heeft gedragen: veel te
dun) en zijn fiets (verpakt als ruimbagage). Aan boord hoorde men
al dat de toestand voor de Nederlanders verder verslechterde.
Soekarno voerde toen zijn confrontatie-politiek
("Indonesië voor de Indonesiërs") en er werd
van alles genationaliseerd. De 'Nederlanders' begonnen bij bosjes
het land te verlaten. Met 'Zwarte Sinterklaas' waren er uiteraard
tranentrekkende artikelen in de krant (zie de masterthesis
Indië tabeh : opvattingen in kranten
van Indische Nederlanders over de repatriëring
(1950-1958) van Kirsten Vos).
|
Mijn vader, Han de Meijer Foto: Bas de Meijer
|
Na een maand of wat in een 'contractpension' voor alleenstaanden
aan de Nieuwe Parkweg in Scheveningen kreeg mijn vader een brief
van het toenmalige Ministerie van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen. Hierin stond dat zijn Indonesische papieren goed
genoeg waren om in Nederland verder te studeren, waarop mijn
vader 'op goed geluk' naar Nijmegen ging. Hier moest hij toch nog
een colloquium doctum (het toelatingsexamen voor de
universiteit) afleggen voordat hij echt naar het (toen
splinternieuwe) 'preklinisch' kon gaan.
Mijn oom Herman, toen ook medisch student, heeft mijn vader min
of meer 'ingeleid' in de Nederlandse gewoontes, onder andere door
hem bij zijn ouders in Venlo uit te nodigen met de feestdagen. En
naderhand met carnaval (vandaar zijn 'enthousiasme' voor dit
feest).
Op 16 december 1957 vertrokken mijn opa en oma, tante Tineke en
oom Piet met de Waterman
uit Surabaya. Het schip kwam op 1 februari 1958 aan in Rotterdam.
Mijn vader haalde hen op, samen met oom Herman.
Tussen oom Herman en tante Tineke was het meteen raak, ...
[1] N.B.: Mijn opa
(Jacobus Willem de Meijer, Nganjuk 1889-Herpen 1965) was al
generaties lang Indo en mijn oma
(Francina/Soeminah, Kediri 1905-Panningen 2001) was een echte
Javaanse.
|
Terug naar boven
Antropologe: Nederlanders voor hun eigen veiligheid in 'bersiapkampen'
|
2 oktober 2007
|
Werden de Nederlanders die tussen oktober 1945 en mei 1947
geïnterneerd zaten in de 'republikeinse
kampen' op Java en Madura daar gegijzeld - of zaten zij er
voor hun eigen veiligheid? De Nederlandse regering en
geïnterneerden zelf hielden (en houden) het op het eerste,
president Soekarno en de aanhangers van de nieuwe, door Nederland
op dat moment niet erkende republiek, op het laatste. Antropologe
Mary van Delden (Bandung, 1941) concludeert na jarenlang
onderzoek dat er wel degelijk sprake was van bescherming en niet
van gijzeling. Zij promoveerde gisteren, 1 oktober, aan de
Radboud
Universiteit.
|
Bezoek van de gedelegeerden van het Internationale Rode Kruis, Helbling en Descoeudres, aan het republikeinse mannen/jongenskamp: het 7e Bataljon in Magelang op 9 februari 1946 (Collectie: ICRC/Library and Research Service, Genève, Zwitserland) Klik voor een groter beeld
|
Op 17 augustus 1945 riep Soekarno de republiek Indonesië
uit. Maar van een de
jure onafhankelijkheid was op dat moment geen sprake:
Nederland vocht voor het behoud van zijn kolonie. Pas eind 1949
was de Republik
Indonesia een feit.
Begin oktober 1945 constateerde Soekarno dat de vrijheidsstrijd
van de Indonesiërs op Java steeds gewelddadiger werd en op
een rassenoorlog begon te lijken. Er werd geplunderd en er werden
mensen vermoord. Slachtoffers waren niet alleen Nederlanders die
vanuit de voormalige Japanse kampen naar hun woonplaatsen
terugkeerden, maar (naast Chinezen, Ambonezen, Menadonezen en
pro-Nederlandse Indonesiërs) vooral ook
Indo-Europeanen:
mensen van deels Nederlandse, deels Indische afkomst en met de
Nederlandse nationaliteit.
|
Deze groep was tijdens de Tweede Wereldoorlog niet
geïnterneerd door de Japanse bezetter.
Internationale steun
Soekarno besefte dat een bloedbad moest worden voorkomen - al was
het maar omdat de jonge republiek internationale steun, vooral
van Amerika, nodig had voor haar onafhankelijkheidsstreven.
"Als de republiek geen baas was in eigen huis, en moord en
doodslag aan de orde van de dag, kon Soekarno die steun wel
vergeten", legt Mary van Delden uit. In dat kader werden in
de laatste drie maanden van 1945 in de binnenlanden van Java
ongeveer 46.000 Nederlanders, vooral Indo-Europeanen, van huis
opgehaald en ondergebracht in zo'n 400 republikeinse kampen. De
bedoeling was om deze groep te beschermen tegen kwaadwillende
revolutionairen die zich verzetten tegen de terugkeer van het
koloniale bestuur.
De Nederlands-Indische regering en de geïnterneerden zelf
echter spraken - en spreken vaak nog - over 'gijzelaars' en
'gijzeling'.
|
Antropologe Van Delden maakt in haar proefschrift duidelijk dat
de geïnterneerden, die in deze revolutietijd aan alle kanten
omringd waren door Indonesiërs, wel degelijk werden
beschermd. "Als deze kampen niet hadden bestaan, zouden er
in de Indonesische revolutie veel meer slachtoffers zijn
gevallen."
Geen voorwaarden
Voor de opvatting dat er sprake zou zijn van gijzeling vond Van
Delden geen aanwijzingen. Ze keek daarvoor naar vier relevante
momenten waarop de republikeinen de geïnterneerden als
gijzelaar hadden kunnen gebruiken:
|
Hotel Kali Taman in Salatiga (Midden-Java) diende als republikeins mannenkamp (Collectie: drs. J. Anten) Klik voor een groter beeld
|
- het moment van internering;
- bij de Brits-Indonesische besprekingen over de evacuatie
van de kampen;
- bij de uitvoering van deze evacuaties;
- bij de onderhandelingen over een zelfstandig
Indonesië.
"Op geen van die momenten zijn de geïnterneerden
gebruikt om iets gedaan te krijgen. Bij de besprekingen over de
evacuaties is nog even als eis gesteld dat de Nederlandse mannen
en jongens die uit de kampen kwamen niet bewapend mochten worden
- maar die voorwaarde hebben de Indonesiërs na Nederlands
protest zonder meer laten vallen. Voor Soekarno en de zijnen was
de evacuatie ook een prestigekwestie: zij wilden de
internationale gemeenschap laten zien dat zij niet die
ongeorganiseerde bende waren waar de Nederlanders hen voortdurend
voor uitmaakten."
Nederlandse beeldvorming
De Nederlandse regering maakte op haar beurt wèl gebruik
van de 'gegijzelde' geïnterneerden, aldus Van Delden: om de
Britse troepen (die verantwoordelijk waren voor de 'afwikkeling'
van de Tweede Wereldoorlog ter plekke) zo lang mogelijk op Java
te houden en om de Nederlandse publieke opinie te
beïnvloeden ten gunste van uitzending van militairen naar
Nederlands-Indië. Van Delden: "Ook na mei 1947, toen de
evacuatie van de republikeinse kampen al was afgerond, bleef
Nederland spreken over 'gijzelaars in handen van de
republiek'."
Ten onrechte dus, maar toch - hoe kan het dat er ook nu nog
mensen zijn die zullen zeggen: 'Wij waren wel degelijk
gijzelaars'? Van Delden: "Als je in zo'n kamp zit, weet je
niet wat er om je heen gebeurt. Je ziet een trein met
geïnterneerden binnenkomen en een trein met pemuda,
Indonesische jongeren, vertrekken en je concludeert: we worden
geruild. En als de kranten en de Nederlandse regering ook blijven
spreken over gijzelaars, geloof je dat."
Nuancering
Mary van Delden wil de situatie in de republikeinse kampen zeker
niet bagatelliseren. "Het wás beroerd om
geïnterneerd te zijn. Er wás weinig te eten. Het
wás onvrij. Hoe je het ook bekijkt: zo'n kamp was voor de
geïnterneerden een verlenging van de oorlog die voor een
aantal mensen nog wel negentien maanden duurde."
|
Alleen: het bestaande historiografische beeld verdient wel
nuancering. En die geldt niet alleen de kwestie beschermd of
gegijzeld. "Lees je over de eerste jaren van de republiek
Indonesië, dan lees je over chaos, anarchie en gewelddadige
pemuda. Maar ik constateer dat deze episode relatief
vreedzaam is verlopen binnen de chaos die er op Java heerste. Op
enkele uitzonderingen na kwamen de meeste mensen veilig aan in de
kampen, ze verbleven daar veilig en ook de evacuatie is goed
verlopen."
Dat laatste is des te opvallender als je je realiseert dat het
Indonesische
leger, dat de operatie moest uitvoeren, nog maar net bestond.
|
Aankomst evacuatietrein op station Manggarai in Batavia (Foto: dr. J.C. Ramaer. Collectie: mevrouw E.M. Ramaer-Sibinga Mulder) Klik voor een groter beeld
|
"Dat de Indonesiërs dat onder de omstandigheden heel
goed gedaan hebben - daar zou, vind ik, meer erkenning voor mogen
komen. Wat ik verder belangrijk vind, is dat mijn onderzoek een
ander beeld geeft van de pemuda: je kunt niet alle
Indonesische jongeren het predicaat gewelddadig geven. Uit dit
onderzoek blijkt dat zij hebben meegewerkt aan de bescherming van
Nederlanders."
Over de promovenda
Mary van Delden (Bandung, 1941) studeerde culturele antropologie
en niet-westerse sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze
werkte onder meer als sociaal rapporteur bij de
Stichting Pelita
die zich inzet voor oorlogsgetroffenen uit het voormalig
Nederlands-Indië. Sinds 1992 werkte zij aan dit
proefschrift, waarbij zij werd begeleid van uit het
Nijmegen
Institute for Social Cultural Research (NISCO).
BRON
- Republikeinse
kampen in Nederlands-Indië: geen gijzeling, maar
bescherming [Web document] Persbericht
Radboud Universiteit 2007 (1 oktober)
- Ibid
[Web document] Nieuwsbank 2007 (1 oktober)
LITERATUUR
- De republikeinse kampen in Nederlands-Indië, oktober 1945
- mei 1947 : orde in de chaos? / door Mary
Catharina van Delden. - [S.l. : s.n.], 2007. - 596 p. : ill. ;
24 cm
Handels ed. van proefschrift: Nijmegen : Radboud
Universiteit. - Met samenvatting in het Engels en lijst van
kampen.
ISBN 978-90-811845-1-9 (€ 41,50)
ZIE OOK
- Soekarno
beschermde de Nederlanders : republikeinse kampen waren
beveiligingskampen [Web document]
VPRO 2007 (28 september)
- Ovt:
Republikeinse kampen in Nederlands-Indië [Windows
Audio document; 10:59] VPRO 2007 (30 september)
- Kampen
na 1945 in Nederlands-Indië juist ter bescherming [Web
document] Wereldjournalisten 2007 (30
september)
- Geen
gijzeling, maar bescherming [Web document]
Kennislink 2007 (1 oktober)
|
Terug naar boven
Drie planetoïden krijgen naam met Indisch tintje
|
30 september 2007
|
|
De "Kerkhoven" (nr. 11432) is vernoemd naar Rudolf
Kerkhoven (1848-1918), een planter-pionier die is beschreven in
Hella
Haasse's roman 'Heren van de thee'.
De derde is Karel
Bosscha (1865-1928), ook een Heer van de Thee in
Nederlands Indië en stichter van de later naar hem genoemde
Bosscha-sterrenwacht
in Lembang (zie foto). Naar hem is planetoïde nr. 11431
(de "Karelbosscha") vernoemd.
|
Terug naar boven
Henk Mak van Dijk : Indische klassieke liederen
|
23 september 2007
|
Henk Mak van Dijk (1955) maakte op zestienjarige leeftijd zijn
debuut als pianist met het Amersfoort Jeugdorkest. Zijn interesse
in andersoortige culturen bracht hem echter eerst tot de studie
culturele antropologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij
bleef daarnaast piano studeren en, na het behalen van zijn
solistendiploma piano in Den Haag, werkte hij achtereenvolgens
als pianist op de conservatoria van Yogyakarta, Rotterdam en Den
Haag.
|
"De componisten voelden zich zowel verbonden met de westerse
muziekwereld als geïnspireerd door de klanken van gamelan en
krontjong", aldus Tong
Tong over de CD.
|
Klik voor een groter beeld
|
De CD bevat liederen in het Maleis, Nederlands en Soendanees. Te
horen zijn onder andere traditionele pantuns,
keroncong
en gedichten van Rient van Santen (1882-1943), Raden Mas
Noto Soeroto (1881-1951) en Rabindranath Tagore (1861-1941).
De unieke verzameling Indische klassieke liederen, gecomponeerd in de periode 1900-1951, worden op de CD gezongen door sopraan Renate Arends, die gestudeerd heeft aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, het Internationale Opera Centrum Amsterdam en het Steans Institute in Chicago.
|
Mak van Dijk en Arends hebben de liederen onder andere ten gehore
gebracht tijdens het Tong Tong Festival op de 47e
Pasar Malam
Besar (juni 2005; zie foto) en tijdens Festival
Classique (16 juni 2007) beide in Den Haag. De Avro heeft
voorafgaand hieraan aandacht
besteed aan de Indische klassieke liederen, de gamelan en Den
Haag als Indische stad.
In het kader van het onderzoek door Mak van Dijk, verschijnt eind
2007 het boek De oostenwind waait naar het westen : over
Indische componisten en Indische composities, 1898–1945,
waarin de Indische klassieke muziek en haar componisten worden
beschreven.
|
Klik voor een groter beeld
|
Terug naar boven
Opnames voor Ver van familie gestart
|
14 augustus 2007
|
Begin juni is in Nederland en de Verenigde Staten gestart met de
opnames van de Indische speelfilm Ver
van familie, een bewerking van de gelijknamige roman van
Marion
Bloem.
|
|
In de film maakt Riem
de Wolff zijn speelfilmdebuut. Buiten De Wolff bestaat de
cast onder meer uit: Anneke
Grönloh, Terrence Schreurs, Gepke
Witteveen, Katja
Schuurman, Martin
Schwab, Lindsay Pronk (Miss Universe Nederland 2004),
Elle
van Rijn en Nada
van Nie.
Ver van familie is een familiefilm over Indo's (Indische
Nederlanders), die in Nederland een nieuw bestaan hebben moeten
opbouwen, maar zich nooit helemaal los hebben kunnen maken van
hun verleden.
De film geeft soms op hilarische wijze, dan weer met ontroering,
zicht op de hechtheid van een migrantenfamilie, maar ook op de
benauwende kant van de hechte familieband.
|
De film wordt in het voorjaar van 2008 in de bioscoop
uitgebracht. De roman van Bloem, die al enige tijd uitverkocht
is, verschijnt tegelijkertijd als filmeditie bij
De
Arbeiderspers.
|
Terug naar boven
Masterthesis over Indische Nederlanders en de repatriëring
|
4 augustus 2007
|
Binnenkort studeert Kirsten
Vos af op haar in juni 2007 afgeronde onderzoek naar de de
betekenis die de repatriëring in de jaren '50 had voor de
Indische Nederlanders in Indonesië.
Het onderzoek is beschreven in haar thesis Indië
tabeh : opvattingen in kranten van Indische Nederlanders over de
repatriëring (1950 - 1958), uitgevoerd in het kader de
deeltijdmasteropleiding Media & Journalistiek aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam.
Vos stelt de vraag centraal hoe de Indische Nederlanders in het
nieuwe onafhankelijke Indonesië van de jaren '50, het
vertrek van hun familie en vrienden een plek in hun dagelijkse
leven gaven. Zij beantwoord deze vraag aan de hand van drie
Nederlandstalige kranten (de Nieuwe Courant/het Nieuw
Soerabajasch Handelsblad, de Vrije Pers en de
Nieuwsgier) die tussen 1950 en 1958 in Indonesië werden
uitgegeven.
|
|
Terug naar boven
Indisch Herinneringscentrum naar Bronbeek
|
26 juli 2007
|
Op het landgoed Bronbeek
in Arnhem komt een nieuw Indisch herinneringscentrum. Het is de
opvolger van het Indisch Huis in Den Haag, dat in 2006
zijn
deuren moest sluiten vanwege financieel
wanbeheer.
Dat schrijft staatssecretaris Bussemaker, samen met
staatssecretaris Van der Knaap van Defensie, in
een
brief aan de Tweede Kamer. Om een alternatief te vinden voor
het Indisch Huis zijn in opdracht van het ministerie van VWS vier
mogelijke locaties onderzocht: Den Haag, Amsterdam, Utrecht en
Arnhem. Landgoed Bronbeek in Arnhem biedt de beste mogelijkheden.
Bronbeek heeft al een duidelijk Indisch karakter, krijgt nu al
20.000 bezoekers per jaar, ligt centraal en is zeer toegankelijk
voor grote groepen bezoekers.
|
|
Breed publiek
Het Indisch herinneringscentrum zal de Tweede Wereldoorlog in
Azië, met daarbij de voor- en nageschiedenis, voor een breed
publiek presenteren. Uit onderzoek blijkt dat slechts de helft
van alle Nederlanders iets afweet van de oorzaak en gevolgen van
de Tweede Wereldoorlog in Azië. Het centrum zal zich vooral
richten op de Japanse bezetting van Nederlands-Indië, de
zogenaamde Bersiapperiode
(de onafhankelijkheidsstrijd die direct na de Japanse aftocht
begon), de repatriëring van Indische Nederlanders en de
integratie van deze groep in Nederland.
|
Ook zal het centrum een ontmoetingsplek zijn voor Indische
Nederlanders, waar zij herinneringen kunnen delen en herdenken.
Bestuur
Het bestuur van het centrum staat onder voorzitterschap van de
heer E.F. Stoové (voorzitter van de Raad
van Bestuur van de SVB). Verder bestaat het bestuur uit mevrouw
W.
Sorgdrager (lid Raad van State), mevrouw V. Nijhof-Schippers
(voorzitter van de Indische jongerenorganisatie Nasi
Idjo), de heer S.B. Go (algemeen directeur Go-Tan),
de heer C.N.J. Neisingh (generaal-majoor b.d.) en de heer
J.W.
Kelder kmkaz (commandant Zeestrijdkrachten VADM).
Het bestuur heeft gekozen voor de naam Indisch
Herinneringscentrum Bronbeek.
Het ministerie van VWS geeft een jaarlijkse instellingssubsidie
en eenmalig 1 miljoen euro voor de inrichting van de presentatie.
Eind 2008 wordt het aparte traject Indisch erfgoed (onderdeel van
programma Erfgoed
van de Oorlog) overgedragen aan het centrum. Het ministerie
van Defensie zal het algemene beheer van het landgoed, het
verzorgingshuis voor oud-militairen en het museum op zich nemen.
BRON
- Indisch Herinneringscentrum naar Bronbeek. Persbericht
VWS/KTOMM Bronbeek 2007 (26 juli)
ZIE OOK
- van Riel P. Indisch
Herinnerings Centrum: zes vragen aan Erry Stoové
[Web document] Pelita 2007 (23
augustus)
Verschijnt herfst 2007 in Archipel
|
Terug naar boven
Naar het archief 2006/2
|